Na de moord op Pim Fortuyn in 2002 verloor de LPF, de politieke partij die begin van deze eeuw hard op weg was een van de grootste van Nederland te worden, niet alleen haar naamgever maar ook haar grote blikvanger. Plots stonden alle camera's gericht op zijn politieke nazaten, zesentwintig LPF-Kamerleden die elkaar eigenlijk nauwelijks kenden. Verweesd, onervaren maar vol bravoure besloten ze het avontuur aan te gaan en mee te gaan regeren. Het bleek het startpunt van een turbulente politieke soap waar hoog oplopende onderlinge ruzies uiteindelijk leidden tot de ondergang van de partij. Vijftien jaar na Fortuyns dood zocht Joost Vullings deze oud-LPF-Kamerleden op om terug te blikken op die roerige periode. Wat ging er fout? Welke rol speelden de media? Wat zouden ze met de kennis van nu anders gedaan hebben? Hoe zien hun levens er nu uit?
In De kinderen van Pim schetst Vullings een fraai beeld van de krachtige karakters van deze oud Kamerleden, maar brengt ook in kaart wat er is overgebleven van Fortuyns ideeëngoed, en wat de actuele zorgen van rechts Nederland zijn. Ook hebben ze allemaal een oordeel over de man die er met Fortuyns erfenis vandoor ging: Geert Wilders.