Aan het einde van de jaren 1950 werden zo'n driehonderd kinderen uit Rwanda en Burundi 'geëvacueerd' en ondergebracht bij Belgische pleeggezinnen. Het waren metissen, 'mulatten', buitenechtelijke kinderen van Belgische kolonialen en Afrikaanse vrouwen die door de koloniale autoriteiten in het tehuis van de Witte Zusters van de missie van Save waren geplaatst. Aan de vooravond van de onafhankelijkheid werden deze kinderen allemaal overgebracht naar België. Velen zouden hun moeder nooit terugzien en zich blijven afvragen waar ze vandaan kwamen. Te blank voor Afrika, maar te zwart voor Europa, hun gemengde afkomst zet ook vandaag nog aan tot reflecties op de collectieve identiteit van Belgen.