De jonge Natan stapt in 1942 met veertig andere Joodse kinderen uit de trein op het kleine station van Nonantola, Italië. Allemaal zijn ze op de vlucht geslagen voor de nazi’s, een tocht die hen langs Hamburg, Wenen en Ljubljana leidde. In het Italiaanse dorpje worden ze opgevangen in een verlaten villa en eindelijk lijkt het erop dat het ergste voorbij is. Hier zijn geen getto’s, geen gele sterren, geen nachtelijke razzia’s... Maar toch is Natan niet zo makkelijk overtuigd. De herinnering aan zijn vader, die uit huis werd gehaald door de nazi’s, staat in zijn geheugen gegrift. Bovendien mist hij zijn moeder en broertje, die hij achter moest laten. Natan probeert sterk te zijn en er het beste van te maken.
Dan slaat het noodlot opnieuw toe: de nazitroepen trekken het Italiaanse dorp binnen en de kinderen van Villa Emma moeten halsoverkop een nieuwe ontsnapping organiseren. Maar deze keer zijn ze niet alleen. Deze keer is er een heel dorp dat voor hen vecht.