In het duistere en mysterieuze Diepe Woud huizen allerlei fantastische volkeren en schepsels. Woudtrollen, slachters, drabkobolds, kijvende grotfeeksen en talloze andere proberen er te overleven onder het eindeloze gewelf van bomen. En voorbij het Diepe Woud liggen nog onherbergzamere en gevaarlijkere gebieden: Het Klifland, een braakliggende woestenij van wervelende nevelen en nachtmerries, het betoverende maar verraderlijke Schemerwoud, het stinkende, desolate landschap van het Slik… Te midden van deze vreemde gebieden en wezens begint de jonge Twijg aan een hachelijk avontuur. Was hij braafjes op het pad gebleven, dan zou Twijg misschien nooit hebben ontdekt dat hij anders was dan anderen: bijzonder. Nu is hij op zoek naar zijn echte thuis, naar zijn lot. Tijdens deze tocht botst hij op allerlei bizarre figuren, sommige gevaarlijk en weerzinwekkend, zoals de rotzuiger, andere aardig en mysterieus, zoals de schutvogel die als een beschermengel over Twijg waakt. En steeds, hoog boven het Diepe Woud, is het land van Twijgs helden, de luchtpiraten, legendarische avonturiers die op hun luchtschepen door de hemelen varen en die Twijg dolgraag zou ontmoeten.