Een moord in het bos. Het slachtoffer een jonge vrouw, in haar zak een amulet met de beeltenis van een Azteekse god. Het moordwapen: een jachtgeweer. Een tweede moord: dezelfde omgeving, dezelfde methode, hetzelfde sieraad.
Anna Fekete, die als kind tijdens de oorlog in Joegoslavië naar Finland is gevlucht, is net begonnen met haar werk als politierechercheur in een Noord-Finse stad als ze midden in een opzienbarend moordonderzoek terechtkomt. De situatie wordt er niet makkelijker op wanneer haar partner Esko openlijk zijn racistische opvattingen spuit. Verder is er nog het Koerdische meisje Bihar dat problemen veroorzaakt; uit angst voor eerwraak neemt zij contact op met de politie, maar tijdens de verhoren slikt ze haar woorden weer in. Als Anna haar nu de rug toekeert en Bihar iets overkomt, zou ze het zichzelf nooit kunnen vergeven.