Op de Vogelenmarkt,' zei Dewit, 'ligt er een mooi vers lijk voor je klaar!... Het is een defenestratie. Louise Van Dommelen, een oude vrouw!' 'Nee toch!' riep de commissaris, 'Louise Van Dommelen? Wiske Trompet? De koningin van de Vogelenmarkt? Is die uit het raam gevallen? ' 'Gevallen, gesprongen... geduwd! Dat mogen wij uitzoeken.'
Het tweede avontuur van de Antwerpse speurders commissaris Carpentier en hoofdinspecteur Dewit confronteert hen al meteen met drie generaties Van Dommelen. Of eigenlijk met vier want stammoeder Moemoe, prominent aanwezig in haar ouderwetse portret, blijft haar nazaten achtervolgen. Waar zijn de gouden sovereigns van Moemoe? Waarom zwaait nonkel Achiel met zijn eretekens van het Oostfront? Waarom krijgen de Van Dommelens anonieme brieven? Hoeveel erft François? En wie heeft Wiske van Dommelen vermoord? Of is zij niet vermoord? De kranten schreeuwen moord en brand en Erika Schepens, de mooie jonge onderzoeksrechter, wil haar eerste zaak zo snel mogelijk afronden. 'Haastwerk is knoeiwerk!' moppert Carpentier en hij gaat vroeger naar huis, want hij heeft bezoek van familie.