In De grote eeuw-serie vertelt Jan Guillou op meesterlijke wijze de geschiedenis van de twintigste eeuw aan de hand van de lotgevallen van drie broers. De kop in het zand is het vierde deel, dat ook gelezen kan worden zonder kennis van de voorafgaande delen.
In Europa is de Tweede Wereldoorlog in volle gang. Voor Lauritz, de oudste Lauritzen-broer, wordt het steeds moeilijker om neutraal te blijven. Zijn schoonouders en het familiekapitaal bevinden zich in Duitsland, maar Duitsland is tevens de bezetter van thuisland Noorwegen. Zoon Harald zit bij de SS, maar dochter Johanne zit bij het verzet. Zijn andere zoon zit bij de Zweedse marine, en zijn jongste dochter lijkt te zijn betrokken bij spionage.
Lange tijd hoopt Lauritz dat Duitsland de oorlog zal winnen, maar zijn broers Oscar en Sverre is een andere mening toegedaan. Zelfs zijn vrouw Ingeborg beschouwt Duitsland niet meer als haar thuis. De oorlog dreigt niet alleen Europa te verscheuren, maar ook de familie Lauritzen.
Zelfs in het idyllische Saltsjöbaden, ver van de bloederige slagvelden, blijkt het niet langer mogelijk de oprukkende duisternis te ontvluchten.