Frankrijks sterschrijver Michel Houellebecq, auteur van de internationale bestsellers Elementaire deeltjes en Platform is van ver gekomen. Het grote publiek leerde hem kennen toen hij in 1994 opzien baarde met zijn debuutroman De wereld als markt en strijd, maar op dat moment had hij al drie boeken op zijn naam staan: een dichtbundel, een essay over de fantasy-auteur H.P Lovecraft en en poëtisch manifest met de titel Blijven leven. Met name de laatste twee zijn onmisbaar voor wie iets van de schrijver Houellebecq wil begrijpen: ze leggen de basis voor zijn latere werk en geven er reliëf aan.
In De koude revolutie verschijnen ze voor het eerst samen in één band, omlijst door een groot aantal kortere, deels nog niet eerder gepubliceerde teksten: van scheldkritieken ('Jacques Prevert is een lul') tot liefdesverklaringen, van filosofische beschouwingen tot dagboekachtige observaties. De derde steunpilaar van de bundel is het lange essay 'J=Kunst in tijden van ontreddering', waarin Houellebecq een bijna boeddhistische onthechting lijkt te bepleiten: 'Ieder individu kan in zichzelf een soort koude revolutie teweegbrengen, door zich een moment lang buiten de informatief-publicitaire stroom te plaatsen.'
In De koude revolutie verschijnen ze voor het eerst samen in één band, omlijst door een groot aantal kortere, deels nog niet eerder gepubliceerde teksten: van scheldkritieken ('Jacques Prevert is een lul') tot liefdesverklaringen, van filosofische beschouwingen tot dagboekachtige observaties. De derde steunpilaar van de bundel is het lange essay 'J=Kunst in tijden van ontreddering', waarin Houellebecq een bijna boeddhistische onthechting lijkt te bepleiten: 'Ieder individu kan in zichzelf een soort koude revolutie teweegbrengen, door zich een moment lang buiten de informatief-publicitaire stroom te plaatsen.'