Athan, de krokodil, groeit op in een familiebedrijf van taxikrokodillen. Maar Athan vindt dat werk maar niets. Hij houdt niet van wachten, hij houdt niet van dieren op zijn rug, hij houdt niet van te snel zwemmen. Hij houdt zelfs niet van water. Dus op een dag vertrekt Athan. Wat zou hij wel willen worden? En wat zal zijn familie daarvan vinden?