Wie proza wil schrijven moet talent hebben. Maar talent alleen is niet voldoende. Gardner, gerenommeerd romanschrijver en schrijfdocent, gaat ervan uit dat een schrijver eerst inzicht moet krijgen in de techniek van het schrijven voordat hij een kunstwerk kan creëren. In het eerste deel van De kunst van het schrijven behandelt hij de vraag wat fictie nu eigenlijk is. Aan de hand van talloze voorbeelden uit de wereldliteratuur laat hij zien welke middelen auteurs gebruiken om fictie tot werkelijkheid te laten worden. Het tweede deel van het boek is vooral praktisch van opzet. Hij laat, alweer aan de hand van voorbeelden, veelvoorkomende fouten zien. Daarnaast gaat hij uitvoerig in op de techniek en de opbouw van een verhaal.