Dit intrigante misdaadrelaas speelt zich af in de Oost- Vlaamse strook tussen het boerengat Zulte en Gent, met inventieve uitlopers tot in Brussel, Wallonië en het Noord- Franse Rijsel.
Het vlot meanderende verhaal ontleedt het wedervaren van Luk Bonjour, hulpagent bij het Zultse federale politiekorps: het betreft 'n dissectie tot op het bot van dit simpele, atypische personage dat het eerder van intuïtie moet hebben dan van enig intellect. 'n Doorgedreven speurinstinct en de redeloze ambitie van Luk Bonjour nemen de lezers mee op sleeptouw in een onontwarbaar web van pedofilie, machtswellust, moord en decadentie.
Met verve hanteert de schrijver hetzelfde ingrediëntenpalet als in zijn vorige krimi: in casu een denderend tempo en vieve tinten in een reeks van secure karakterschetsen, dooraderd met luchthartige ironie en ontwapenende humor. Her en der steekt 'n portie bijtend cynisme de kop op, daar waar de auteur onbevangen tegen 'n stuk of wat 'heilige huisjes' aanschopt. Zoals daar zijn: actieve corruptie bij het politiewezen, de zogenaamde integriteit van politiek en religie, en de alom ontwrichte huwelijksmoraal.
De markante mengeling van bittere ernst, nuchterheid en frivoliteit, samen met de simpele doch stijlrijke verteltrant, verschaft dit fictieve getuigenis over sociaal verval erg aangenaam leesvoer. Een pleidooi voor individuele vrijdom, eenvoud en bescheidenheid.