Kort na de Tweede Wereldoorlog komt de weesjongen Smilzo in Napels onder de hoede van Don Gaetano, de conciërge van een appartementencomplex. Hij is een vriendelijke man, die erg gehecht raakt aan de jongen. Hij vertelt hem verhalen over de oorlog en de bevrijding. Hij leert hem kaarten, laat hem zien hoe hij klusjes moet doen voor de bewoners en zorgt zelfs voor zijn seksuele inwijding door hem op een avond langs te sturen bij een weduwe in het gebouw.
Don Gaetano heeft nog een talent: hij kan gedachten lezen, en hij ziet dat zijn jonge vriend wordt geplaagd door het beeld van een meisje dat hij een keer tijdens een partijtje voetbal achter het raam heeft gezien. Jaren later, wanneer het meisje in de buurt terugkeert, heeft Smilzo Don Gaetano’s hulp harder nodig dan ooit.
Evenals in het succesvolle Montedidio (2003) schetst De Luca in De laatste dag voor het geluk in beeldende, poëtische taal de gevoelswereld van een arme jongen die de wereld en de liefde leert kennen in het na-oorlogse chaotische Napels.