Langs de verschillende grondsoorten en haar bewoners onderzoekt De laatste dagen van de dorpsgek hoe er in Friesland door de eeuwen heen is omgegaan met geestelijke gezondheid. Hoe kan het dat er relatief veel suïcides op het platteland voorkomen, in tegenstelling tot een relatief lage aanspraak op de ggz? Waar is de dorpsgek gebleven? En waar ligt de grens tussen ‘krankzinnig’ gedrag en ‘anders zijn’?
In dit boek met een cultuurhistorische inslag komen verschillende plattelandsbewoners in gesprekken, bewaarde familiearchieven en mondelinge overlevering aan het woord. Zij vormen samen een nooit eerder verteld verhaal, waarin collectief zwijgen, schaamte en uitbanning hand in hand gaan met gemeenschapszin, zorg dragen en ruimte bieden.
De persoonlijke gebeurtenissen situeren zich in het decor van uitgestrekte landerijen, waar de seizoenen wreeds hun uitwerking hebben. Het is juist de binding met de grond en de agrarische cultuur die misschien nog wel verder doorwerkt in de huidige plattelander dan eerder gedacht. ‘Anne-Goaitske Breteler heeft een scherp oog voor het menselijke in onze geschiedenis en voor de geschiedenis in mensen. De feiten die op het punt staan vergeten te raken graaft ze zorgvuldig op en presenteert ze in een meeslepend relaas.’
Anna Drijver Anne-Goaitske Breteler (Dokkum, 1996) groeide op aan de voet van de zeedijk in Friesland. Na de studies culturele antropologie en publieksgeschiedenis in Amsterdam verhuisde ze terug naar haar geboortegrond. In 2018 verscheen haar non-fictiedebuut De traanjagers (AUP) en in 2020 verscheen haar Friese kinderboek In nuvere nacht. Ze schrijft columns en redactionele bijdragen, geeft lezingen en maakt tentoonstellingen en podcasts.