De kleine Dschero, voorbestemd om koning van Mongolië te worden, moet zijn land begin jaren '30 verlaten, op de vlucht voor de communisten. Een taoïstische monnik brengt hem naar China. Na een tocht vol ontberingen verzeilt de jongen in Indonesië, waar hij geadopteerd wordt door een Nederlandse soldaat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog neemt Dschero de wapens op tegen de Japanners, later tegen de rebellen. Hij verschijnt op het strijdtoneel in Korea, Vietnam, Cambodja, Laos en Irak. In Taiwan adviseert hij de regering. Hij werkt voor de CIA en de Duitse Bundesgrenzschutz.
Maar de hoogste vervulling vindt Dschero Khan in de vechtkunst. Hij introduceert kungfu, karate en tal van andere oosterse krijgssporten in Europa. Overal in de wereld richten zijn leerlingen scholen en verenigingen op. Dschero zelf bekwaamt zich ook in oude en
nieuwe geneeswijzen uit oost en west. Hij is imam, theoloog en wijsgeer. Hij is Mongool, Chinees, Amerikaan en Nederlander. Hij is de laatste Khan.
Karel Michiels (1960) is journalist en auteur. Hij publiceerde biografieën over een aantal opmerkelijke figuren en boeken over voetbal, reizen en cannabis. Met De Rasta Revelatie debuteerde hij in 2008 als romanschrijver onder de rastanaam Jah Shakespear.