'Al mijn nieuwe leerlingen breng ik naar dit oude huis. Ik verwacht van je dat je om middernacht naar de kelder gaat om te zien wat daar verborgen is. Als de kerkklok twaalf slaat, neem je de kaars en gebruik je die om je weg naar beneden bij te lichten. Er zijn drie belangrijke dingen om te onthouden. Doe de deur voor niemand open, hoe hard er ook geklopt wordt en ga precies op tijd de kelder in.' 'Wat is het derde?' vroeg ik op het nippertje. 'De kaars, jongen. Wat je ook doet, hou hem brandend...'
Thomas is de zevende zoon van een zevende zoon. Zijn moeder trouwde bewust een zevende zoon, zodat zij Thomas kon baren, een jongen met de 'Gave van zeven keer zeven'. Op zijn dertiende jaar gaat Thomas in de leer bij de Geestenjager, die zijn geld verdient met mensen beschermen tegen de wezens van het duister. Het is een onmogelijk zware baan, de Geestenjager is grimmig en velen die Thomas voorgingen kwamen jammerlijk aan hun einde. Maar toch moet Thomas het vak leren en zijn gave ontwikkelen. Hij is immers de laatste leerling.