De verteller in De laatste vreugde heeft zijn leven geleefd en geniet van de laatste vreugde door zich aan alles te onttrekken en gewoon in de natuur te zijn. Hij heeft de stad achter zich gelaten om in een berghut te gaan wonen met een muis als zijn enige metgezel. Op een dag ontmoet hij Solem, met wie hij naar een bergpension reist en verliefd wordt op Ingeborg Torsen, een knappe onderwijzeres die op weg is naar een onzekere, mogelijk ongehuwde toekomst. Solem, manipulatiever dan hij lijkt, vermoordt een van Ingeborgs vrijers bij een schijnbaar wandelongeval en werpt met zijn duistere aanwezigheid een schaduw over het pension.
De pers over Onder de herfstster:
‘In zijn middelbare jaren nam hij afstand van de koortsachtige, gefragmenteerde stijl die hem beroemd en berucht maakte. Hij schreef nu klassieke, aangenaam vloeiende, het platteland verheerlijkende romans, zoals het net vertaalde Onder de herfstster.’
- De Standaard der Letteren
Knut Hamsun (1859-1952) brak in 1890 door met zijn roman Honger. Het was het begin van een lange, productieve literaire carrière, die in 1920 werd bekroond met de Nobelprijs voor Literatuur voor Hoe het groeide (verschijnt in 2024 bij Oevers).