De 12-jarige Kester woont in een wereld waarin alle dieren zijn uitgeroeid. Denkt hij. Dan ontmoet hij een groepje pratende duiven en een bazige kakkerlak ('De Generaal'). Ze hebben zijn hulp dringend nodig: er leven nog wel een paar dieren, maar ze zijn ziek. Samen met een edelhert, een enthousiast wolfje, een hooghartige kat, een dansende dwergmuis en het meisje Polly vertrekt Kester op een gevaarlijke missie. Het wordt een race tegen de klok, want ze worden achternagezeten door de wraakzuchtige Kapitein Skuldiss, die alle dieren voorgoed wil uitroeien...
'Van dit soort series wil je graag dat ze én grappig én spannend én ontroerend zijn, en De laatste wilde dieren is dat allemaal.'
Edward van de Vendel