Zijn er nog ongerepte plekken te vinden waar de natuur ongestoord haar gang kan gaan? Of is alles al gecultiveerd, bewoond en geasfalteerd? Robert Macfarlane vraagt zich af of werkelijke wildernis nog bestaat en trekt erop uit om de natuur te ondergaan. Hij klimt in bomen, zwemt in grotten, doorkruist hooglanden en overnacht op heuveltoppen en afgelegen stranden. Deze prachtige evocatie van de wildernis leest als een reisverslag, een geschiedenis van het landschap, een cultuurgeschiedenis van natuuressayisten, en als een hartstochtelijk pleidooi voor het behoud van de natuur. Vertaler Nico Groen kreeg een eervolle vermelding van de jury van de Filter Vertaalprijs 2009 voor zijn vertaling, die 'uitstekend de poëtische toon van de vele landschapsbeschrijvingen en daardoor ingegeven filosofische mijmeringen treft'.