'... Het is enorm te betreuren dat we in feite geen voleindigd werk van de dichter Novalis hebben. Dat zou van onschatbare waarde zijn. Tieck bijvoorbeeld heeft in zijn vroege periode enkele romantische sprookjes van kostbaar fijne bekoorlijkheid geschreven, maar ??n zin van Novalis, die, omdat deze een fragment is, ons minder bevredigt, heeft oneindig meer van de betovering van de hoogste po?zie. In de afzonderlijke delen van zijn werk, ook in zijn liederen, ligt een geheel onbeschrijflijke geur van tederheid, van ziel; er zijn woorden van hem die ons aanraken als een liefkozing en ook woorden, waarbij je de adem in zou willen houden, om je geheel aan deze zuivere, bijna bovenaardse schoonheid over te geven. Daarbij hebben zijn woorden de warme adem van een jonge, verrukkend aardige persoonlijkheid. Want zo onzinnelijk en ontrukt aan de wereld als hij vaak schijnt, was hij toch geen asceet en geestenziener. In elk geval heeft zijn persoon iets wonderbaarlijks, onverklaarbaars, zoals zijn leven en zijn einde, waarvan de beschrijving voor ons behouden bleef en die zeldzaam roerend aandoet...'
Hermann Hesse over Novalis
Sophie stierf op 19 maart 1797. Nova?lis was ontroostbaar. 'In deze tijd leef?de Novalis slechts naar zijn smart; het werd voor hem volkomen natuurlijk om de zichtbare en de onzichtbare wereld slechts als ??n geheel te beschouwen en leven en dood nog alleen door het verlangen naar de dood te scheiden.' (Ludwig Tieck, dichter en vriend van Novalis).
Sophie bleef het middelpunt van zijn beleven. In 1798 verloofde hij zich toch met Julie von Charpentier. In die tijd schreef hij onder meer 'Die Lehrlinge zu Sa?s'. In 1800 werd hij ziek, tuberculo?se, de voorgenomen bruiloft werd uitge?steld. Hij stierf op 25 maart 1801 in een rustige slaap. Hij was 29 jaar.
Friedrich von Hardenberg (Novalis) werd in 1772 geboren en stierf in 1801 aan tuberculose. Hij kwam uit een adel?lijke familie, zijn vader was pietist. Hij volgde in Jena colleges van Friedrich Schiller en bestudeerde Fichte. Hij stu?deerde rechten en mijnbouwkunde - en dichtte vanaf zijn vroegste jeugd.
Toen hij vierentwintig was leerde hij de dertienjarige Sophie von K?hn kennen. 'Een meisje, dat toen al het karakter, zoals bij een volwassene, bezat dat met de aantrekkingskracht en de lieflijkheid van een schone jeugd, geest en waardig?heid verenigde, zoals dit maar weinigen ten deel valt'. (Kreisamtmann Just, die Novalis vanuit zijn werk kende).