In het Boekenweekessay De leeuw en zijn hemd gaat Nelleke Noordervliet uitgebreid in op onze collectieve houding ten opzichte van het verleden. De behoefte om de gouden tijden van ons land in één adem te noemen met de zwarte bladzijden heeft een geschiedenis. Waar zijn we trots op geweest en waarvoor hebben we ons
geschaamd?
Noordervliet gaat op reportage door het verleden. Ze reist door de achterbuurten en in de herenhuizen, tot aan de schildersateliers en dichtersstulpjes. Ze ontmoet de Heren XVII van de VOC in de bloeitijd van de zeventiende eeuw. Ze maakt kennis met de patriotten in de revolutionaire jaren van de achttiende eeuw. En ze beschrijft Albert Verwey en koningin Wilhelmina aan het eind van de negentiende eeuw.
Schaamte over ons koloniaal verleden en trots op onze handelsmacht wisselen elkaar af. Waarom hebben we de neiging nu eens de wijsvinger, en dan weer de middelvinger te heffen?