Stel: man wordt van fiets gereden door automobilist. Die zegt: ik had een epileptische aanval en verloor de macht over het stuur. Een tragisch ongeval, lijkt het. Maar wat blijkt? Fietser en automobilist hadden al een tijd flinke ruzie. De feiten van het ongeval blijven hetzelfde. Toch gaan we de situatie compleet anders beoordelen: dat kan toch geen toeval meer zijn? Of neem dit geval: Alberts lijk wordt gevonden bij het kanaal.
De marktkoopman heeft Albert voor het laatst gezien. De politie voelt hem stevig aan de tand. De marktkoopman legt een bekentenis af. Er is wel een addertje onder het gras: de marktkoopman heeft een hersenbloeding gehad. Kun je dan wel een bekentenis afleggen?
Het is een bonte stoet van slaapwandelaars, schizofrene patiƫnten, dronken verdachten, beroepsoplichters, fantasten, en zelfingenomen dokters die in 12 hoofdstukken ten tonele verschijnt. Ze laten zien hoe mensen zichzelf en elkaar kunnen bedriegen. En hoe gevaarlijk het is om te vertrouwen op ons geheugen en onze waarneming.
De marktkoopman heeft Albert voor het laatst gezien. De politie voelt hem stevig aan de tand. De marktkoopman legt een bekentenis af. Er is wel een addertje onder het gras: de marktkoopman heeft een hersenbloeding gehad. Kun je dan wel een bekentenis afleggen?
Het is een bonte stoet van slaapwandelaars, schizofrene patiƫnten, dronken verdachten, beroepsoplichters, fantasten, en zelfingenomen dokters die in 12 hoofdstukken ten tonele verschijnt. Ze laten zien hoe mensen zichzelf en elkaar kunnen bedriegen. En hoe gevaarlijk het is om te vertrouwen op ons geheugen en onze waarneming.