Klassiek-liberale denkers hielden zich eind negentiende en begin twintigste eeuw steeds meer bezig met de positie en rechten van vrouwen. Voorheen werden impliciet alleen mannen bedoeld als er sprake was van individuen of burgers, maar in die tijd groeide het aantal schrijvers en politici dat zich expliciet richtte op de positie van vrouwen. Zij beriepen zich op binnen- en buitenlandse voorlopers op het gebied van vrouwenrechten, zoals John Locke, Mary Wollstonecraft, John Stuart Mill en Harriet Taylor Mill.
Dit boek gaat niet alleen over de realisatie van vrouwenkiesrecht, in 2019 precies een eeuw geleden, maar ook over de rol die liberalen speelden in andere vrouwenkwesties na de eerste feministische golf. Denk bijvoorbeeld aan de positie van de vrouw in het arbeids- en huwelijksrecht en de strijd voor de legalisatie van abortus. Daarbij worden de ontwikkelingen in Nederland vergeleken met die in de ons omringende landen.