De Lichtverkoper werpt licht op een donker tijdperk in de geschiedenis van de arbeiders, niet alleen in Maastricht, maar overal in het land. In de eeuw van de opkomst van de industrie werd van de arbeiders verwacht dat ze gehoorzaam waren aan de baas en aan de Kerk en dat ze hun armoede, het gebrek aan woonruimte en de hoge kindersterfte in hun gezinnen moesten zien als de beproeving in dit leven dat later beloond zou worden in de hemel. Maar Caspar en zijn invalide broer Joes, die de geschiedenis van zijn familie en van de stad opschrijft in schriftjes, willen een goed leven op deze wereld. De Lichtverkoper is de ontroerende geschiedenis van Caspar en zijn familie, hun vrienden en de arbeiders die langzaam tot het inzicht komen dat ze hun armoede en hun rechteloosheid niet langer moeten accepteren. Het is de geschiedenis van een stad met een kleine bovenlaag van rijken en een grote meerderheid van armen die nauwelijks of niet in hun bestaan kunnen voorzien. Het is ook het verhaal van de paupers die op straat leven, de bedelaars, de prostituees en de invaliden die kansloos zijn in deze harde maatschappij.
Ton van Reen schreef dit boek om stem te geven aan de mensen die het slachtoffer waren van de hebzucht van de kleine groep schatrijke industriëlen die kapitalen verdienden over de ruggen van hun arbeiders en hun gezinnen. Dit boek verscheen eerder als feuilleton in Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad en werd enthousiast door de lezers ontvangen.