Onmogelijke liefdes zijn er in soorten en maten maar wat Wouter Godijn ons voorschotelt, grenst aan het ongelooflijke. Alexander Lodewijk van Putten, een psychotherapeut die zich heeft bekwaamd in de zogenaamde shadowtherapie, komt in een diepe crisis terecht wanneer hij zijn grote liefde van vroeger tegenkomt en die, intenser nog dan toen, opnieuw beleeft. Met huid en haar wordt hij verzwolgen en hij geniet. En dan is er nog zijn vader, die aftakelt – en ook dat gaat met volle kracht en overtuiging. Tussen de grote liefde en de grote aftakeling is Alex uiteindelijk geen schim meer van zichzelf. Er moet redding komen, maar waarvandaan? En hoe?
In De liefdesmachine laveert Godijn tussen ontluistering en opwinding in misschien wel het bijzonderste proza dat er op het ogenblik in ons taalgebied wordt geschreven.