Een kunstenaar gaat in op een hoogdravende oproep om mee te doen aan een regionaal kunstfestivalletje in het dorp Beerpoele. Daar aangekomen blijkt meteen dat het gaat om een totaal geïmproviseerde kermis van alles wat zich creatief noemt in het dorp. De ‘liefhebbers’ zijn een vreemde bende lokale mensen, die hun onkunde compenseren met enthousiasme en optimisme. De kunstenaar blijft rondhangen uit beleefdheid, maar geraakt gaandeweg opgeslorpt en betrokken in de voorbereidingen. Verrast en gevleid door de reacties die hij losweekt en de invloed die hij kan uitoefenen, begint hij het laken naar zich toe te trekken en rekruteert hij de groep in dienst van zijn eigen grotere plan voor het festival. De micropolitiek, hostiliteit en sexuele spanning op het festivalterrein bouwen op en cumuleren in een slapstick en een regenbui.