In het tweede boek over de rechercheurs Joy Purperhart en Joop Dijkstra krijgt Joy een opdracht die bij haar ambitie en sociale betrokkenheid past. Ze moet in Amsterdam bewijs verzamelen tegen een crimineel die kwetsbare jongeren gebruikt als geldezel om drugsgeld wit te wassen. Maar het geldezelonderzoek wordt al snel een moordonderzoek. Joop gebruikt zijn vakantiedagen om de familiebanden aan te trekken. Om zijn zus een plezier te doen gaat hij met tegenzin op zoek naar zijn neef Daan die van de aardbodem verdwenen lijkt. Joop raakt verzeild in een erg netelige situatie met een motorbende. Ondertussen vragen zijn collega’s zich af of Joop iets te maken heeft met de moord op een bekende van hem uit het schaakcafé The Bishop.