In een duister, donker hoekje van de stad ontmoet een kleine jongen de Vroeger. Nadat hij de Vroeger heeft betaald met vijftien cent, een spijker en het huisje van een betover-over-over grootvaderslak, vertelt de Vroeger hem hoe de omgeving er lang geleden uitzag. Er was een prachtig bos vol Boffola-bomen en er liepen vrolijke Barbalui-luitjes rond. En de Lorax was er nog: een kort, bruin, bazig kereltje dat de bomen en dieren beschermde...