Liefde en hartstocht, daarover gaat het in het tweeluik van de Vlaamse tekenaar Judith Vanistendael. In het eerste deel, Papa en Sofie, observeert een vader de liefde tussen zijn dochter Sofie, economiestudente, en Abou, politiek vluchteling uit Togo. Aanvankelijk ziet de vader de relatie van zijn dochter niet zitten, maar zijn afkeer verdwijnt gaandeweg. Uiteindelijk vertrouwen vader en moeder op het koppige kompas van hun dochter, en heel langzaam, haast onmerkbaar, gaan ze Abou zelfs waarderen. In deel twee, Leentje en Sofie, blikt de inmiddels wat oudere Sofie terug op haar relatie met Abou. Ze komt hem tegen op straat en haar dochtertje vraagt haar wie die meneer is. Dan kan Sofie eindelijk haar kant van het verhaal vertellen. Leentje en Sofie gaat diep in op vragen die in het eerste deel nog onbeantwoord bleven.