Maar de Engelse plattelandswereld van de majoor blijkt niet bestand tegen de moderne tijd: het dorp verandert door de komst van steeds meer mensen uit de stad en zijn zoon, die in Londen werkt, is voornamelijk uit op zijn geld om een 'pittoreske cottage' in de buurt te kunnen kopen. Zijn Amerikaanse schoondochter beschouwt hem op z'n best als een oubollige vriendelijke sul.
Zelfs op zijn oude vertrouwde golfclub heerst de moderne tijdgeest: de jaarlijkse feestavond met aangename muziek en een menu van steak en aardappelen is vervangen door een rijk gedecoreerde thema-avond.
Nu alles wat hem dierbaar lijkt weg te vallen, moet hij in actie komen om te behouden wat hem lief is en te krijgen wat hem toekomt.
De enige persoon die Majoor Pettigrew lijkt te begrijpen is de eigenaresse van de buurtwinkel, mevrouw Ali, met wie hij een voorkeur voor de schrijver Rudyard Kipling (Jungleboek) en goede omgangsvormen deelt.