De dichter Waldemar heeft zich, aanvankelijk helemaal tegen zijn zin, door Marianne laten veroveren. Algauw ontwikkelt zich een stormachtige romance tussen beiden. Waldemar meent dat Marianne de enige vrouw in zijn leven is die Waarheid net zo weet te waarderen als hijzelf. Maar hen is slechts weinig tijd gegund. Als Marianne hoort dat ze bloedkanker heeft en terminaal is, blijkt ze dit bericht nogal stoïcijns op te nemen. Waldemar echter is ontdaan en stelt voor samen uit het leven te stappen. Dit moment, dat in de lievelingskerk van Marianne moet plaatsvinden, verloopt echter heel anders dan gepland. Nadat Marianne de daad bij het woord heeft gevoegd, zit Waldemar als verstijfd naast haar. Hij durft niet verder te gaan en raakt vreselijk overstuur. Langzaam glijdt hij weg in een onbekende wereld.
