Als hij niet te ver sprong, kon hij in het voorbijgaan bij de mensen naar binnen kijken, wat hem amusant leek. Vanaf de tachtigste verdieping, als hij eenmaal een flink vaartje zou hebben. Hij haalde een pakje sigaretten uit zijn zak, verwijderde de tabak uit een ervan en gooide het vloeipapiertje in de lucht. De wind stond gunstig, het papiertje woei langs de gevel.
In deze bundel zijn de twaalf meest fantasievolle verhalen van Vian bijeengebracht, die zich in hun absurditeit bewegen tussen humor en horror. De lezer maakt daarbij kennis met een aantal van de meer dan duizend personages die Boris Vian een rol liet spelen in zijn wonderlijke verbeeldingswereld.