Het niet eerder in Nederland uitgegeven L’homme assis dans le couloir verscheen in Frankrijk in 1980. Het was een geheel nieuwe versie van een tekst van Duras die in Frankrijk al eens eerder was gepubliceerd. De tekst uit 1980 verschilt onder andere van de voorafgaande door de introductie van een toeschouwer.
Deze, man of vrouw, dat wordt niet gezegd, slaat de twee hoofdpersonen van het verhaal gade en is ook de – alwetende – verteller die zich nu eens met de man dan weer met de vrouw identificeert. De gebeurtenissen, dat wil zeggen wat zich tussen de man en de vrouw afspeelt, worden verteld in de conditionalis, die aangeeft dat het zo gebeurd zou kunnen zijn: de man/hij zou…, de vrouw/zij zou…, misschien… Dit suggereert – misschien – dat alles zich alleen afspeelt in de verbeeldingswereld van de toeschouwer/ster – verteller/ster. De beschrijvingen van het omringende landschap, de wolkenhemel staan in de aantonende wijs: Een tuin die afloopt naar een vlakte…, Wolken drijven aan…
Als waren landschap en hemel de bestendige entourage voor de heftigheid van de liefdesscènes. De handelingen die worden beschreven, laten aan duidelijkheid weinig te wensen over, ondanks het versluierend taalgebruik. In de tekst staat vergaande erotiek wellicht voor de pogingen, het verlangen van de man en de vrouw om elkaar werkelijk te bereiken, in elkaar op te gaan. Het einde komt aan als een schok. Slaapt de vrouw, of is ze dood? De lezer weet het niet…