In de jaren zestig van de vorige eeuw is Nederland een broeinest van activiteiten en infiltraties door geheime diensten aan beide kanten van het IJzeren Gordijn. De Binnenlandse Veiligheidsdienst heeft handenvol werk aan het monitoren van vredesbewegingen, studenten, pacifisten, provo’s en jonge socialisten.
Markus Wolf, de op één na machtigste man van het Ministerium für Staatssicherheit, stuurt zijn topspion Alleman de grens over om een mol binnen de Stasi op te sporen. Er is maar één aanwijzing, de mol wordt vanuit Nederland aangestuurd door iemand met de codenaam Victor.
In Den Haag wordt een acteur op gruwelijke wijze vermoord. Bij de BVD gaan de alarmbellen af wanneer de naam Alleman opduikt in het onderzoek. Luuk Jonker, voormalig BVD’er, joeg na de oorlog op een dubbelspion van het communistische verzet met die naam. Hij heeft de zaak nooit kunnen laten rusten, en krijgt nu de opdracht om Alleman te ontmaskeren. Zijn zoektocht zal hem van het grimmige Oost-Berlijn naar het noorden van Italië leiden, waar hij een schokkende ontdekking doet die een bom zal leggen onder het wankele evenwicht van de Koude Oorlog.