Binnen vier jaar raakte de gelauwerde schrijfster Jesmyn Ward vijf dierbare mannen kwijt, onder wie haar enige broer. Ze gingen ten onder aan drugsverslaving, geweld, ongelukken, zelfmoord, kortom: aan de wrede werkelijkheid die jonge zwarte mannen in het Zuiden van de Verenigde Staten al te vaak ten deel valt. Telkens weer vroeg Ward zich af: waarom? Om haar verlies te verwerken begon ze erover te schrijven. Dit hielp haar een verschrikkelijke waarheid onder ogen te zien: haar jeugdvrienden en haar broer waren domweg ten prooi gevallen aan hun afkomst. Nog voordat de term ‘institutioneel racisme’ gangbaar was, wees Ward de geschiedenis, armoede, kansloosheid en gebroken familieverbanden aan die inherent zijn aan het leven van de zwarte bevolking in Amerika. Ward, zelf opgegroeid in een arme zwarte gemeenschap op het platteland van Mississippi, schetst liefdevolle portretten van de vijf mannen en de wereld waarin ze groot zijn geworden – en die hen uiteindelijk heeft vermorzeld.