In voorliggend werk wordt aandacht besteed aan het hogere personeel van de Rekenkamer met zetel in Brussel vanaf de oprichting van deze instelling in 1404 tot aan de dood van Filips de Schone in 1506. Onder hoger personeel worden de meesters, auditeurs en klerken verstaan die in deze periode in de instelling actief waren en voor hun werkzaamheden door de Ontvangerij van Brabant werden vergoed.
Alhoewel de geschiedenis van de instelling al wat aandacht kreeg in verschillende publicaties, werd aan het personeel nagenoeg volledig voorbijgegaan. Met deze studie willen we daaraan verhelpen door niet de instelling en haar bevoegdheden te belichten, maar juist zij die het belichaamden, de ‘mensen achter de cijfers’, onder de aandacht te brengen. Het doel is tweeledig: enerzijds wordt van jaar tot jaar nagegaan wie werkzaam was in de Rekenkamer als meester, auditeur en klerk in de periode 1404-1506 en anderzijds wordt aan elk van hen een biografische notitie gewijd. Naast een repertorium is het werk dus tevens een prosopografische studie.
Het boek is opgesplitst in twee grote delen. In een eerste deel wordt in een algemene inleiding de opzet verduidelijkt en wordt het chronologisch kader afgebakend, worden de belangrijkste bronnen vermeld, wordt in het kort de geschiedenis van de instelling in de vijftiende eeuw geschetst en wordt ook een woordje gezegd over de evolutie van het personeelsbestand op reglementair vlak. Omdat het niet steeds evident is om uit te maken wie juist wanneer deel uitmaakte van de Rekenkamer, wordt daarna een chronologisch overzicht gegeven, jaar per jaar, van alle meesters, auditeurs en klerken die in de Rekenkamer in Brussel officieel werkzaam waren in de periode 1404-1506. In dit repertorium komt uiteraard ook het personeelsverloop aan bod. Tot slot worden de nodige conclusies geformuleerd.
Het tweede deel bevat de biografische notities, waarbij in een afzonderlijke lijst ook enkele personen worden opgenomen die weliswaar een officiële aanstelling kregen in de Brusselse Rekenkamer, maar volgens de rekeningen van de Ontvangerij van Brabant nooit daadwerkelijk deel uitmaakten van de instelling.
Achteraan zijn enkele alliantieschema’s afgedrukt, gevolgd door een alfabetische naamlijst van alle meesters, auditeurs en klerken van de Rekenkamet in Brussel (1404-1506) met verwijzing naar hun biografische notitie en een index van persoons- en familienamen vermeld in het tweede deel.