Mimì Augello, Montalbano’s adjunct, heeft het moeilijk. De nacht bij zijn nieuwe geliefde wordt verstoord door de onverwachte thuiskomst van haar echtgenoot. Mimì verdwijnt haastig via het raam naar het appartement eronder maar ook daar is een probleem: op het bed ligt een lijk.
Ondertussen ontmoet de niet meer zo jonge Montalbano een jonge vrouw en wordt overvallen door een vlaag van liefde, een kortstondige terugkeer naar zijn jeugd. Als in een toneelstuk van de eigenzinnige regisseur Carmelo Catalanotti.
Camilleri draagt zijn liefde voor het theater over op een melancholieke Montalbano.