In De middelbare school beschrijft Wim Daniëls grote en kleine gebeurtenissen die het dagelijkse bestaan van een scholier bepalen: brugklasser zijn, spijbelen, spieken, strafwerk krijgen, corvee, schoolfeesten, de boekentas, verliefd worden op een medeleerling, schoolreisjes, bevlogen docenten en natuurlijk overgaan of zittenblijven. Het passeert allemaal de revue, als herinnering aan de periode van de brugklas tot en met het eindexamen die op velen zoveel indruk maakt dat ze er nog vaak aan terugdenken.