Oorlog is het enige spel waarbij beide partijen verliezen, schreef Sir Walter Scott ooit. Toch kan de mensheid het oorlogvoeren niet laten. Sinds de mens er is, bestaat er oorlog, in het klein maar ook in onoverzichtelijke en ontembare groottes.
In De militaire geschiedenis in een notendop wordt de historie van het krijsbedrijf beschreven: van de eerste gevechten met vuistbijlen in de Steentijd, tot de asymmetrische oorlogsvoering van de ‘War on Terror’ anno 2008. Daarbij is zowel oog voor ontwikkelingen die vele eeuwen omspannen, als dat ene half uur waarin een beroemde veldslag wordt beslist. En dus passeren Alexander de Grote, Caesar, Süleyman de Grote, Gustaaf Adolf, Napoleon en Heinz Guderian de revue, maar wordt bijvoorbeeld ook uitgelegd waarom het verdwijnen van huurlingenlegers in Europa direct verband houdt met de opkomst van de absolute monarchie.
Ook de rol van de techniek komt aan bod: van hoeveel belang was de uitvinding van de strijdwagen, de kruisboog, het buskruit en de atoombom voor de loop van de militaire geschiedenis? Worden veldslagen beslist door de brille van een veldheer, of trekt degene met de beste wapens altijd aan het langste eind?