Op een avond vieren Robert van Hout en zijn vrouw Céleste, een Belgisch fotomodel, met vrienden dat het manuscript van Roberts eerste boek, een thriller, door de uitgever is geaccepteerd. Robert drinkt te veel en Céleste is de Bob en bestuurt de antieke Minerva op de terugweg. In een scherpe bocht rijdt ze een man dood die zijn hondje, teckel Paddy, uitlaat. Ze stappen uit, kijken even en rijden dan door. Céleste neemt de teckel mee.
De man is Alfred Verschoor. Als hij lang wegblijft van de wandeling gaat zijn vrouw Emma hem zoeken en vindt hem in de berm liggen. Van Paddy geen spoor, vermoedelijk gewond geraakt en het bos ingevlucht, waarna gestorven. Politieonderzoek levert niets op.
Een half jaar later gaan Emma en haar buurvrouw Mariët naar de presentatie van Roberts boek in een literair café in de buurt. Emma koopt een door Robert gesigneerd boek. Er volgt een bizarre scène als de teckel van Céleste Emma ziet en buiten zijn zinnen raakt als zij hem even aait. Als Emma het voorval aan haar broer vertelt wordt zijn achterdocht gewekt en gaat hij met zijn vriend op onderzoek uit, allereerst naar de herkomst van het hondje, en komen ze uiteindelijk achter de waarheid.