Omdat Olga een voor de bolsjewieken gevluchte Russische prinses én een mooie vrouw is, hangt er een waas van mystiek om haar heen. Maar in de werkelijkheid is ze een ballinge in het naoorlogse Parijs, diep teleurgesteld in de liefde en alleen nog levend voor haar zoon, die aan hemofilie lijdt. Als hij vijftien is, ontdekt ze dat hij regelmatig een slaapmiddel in haar thee gooit om haar in slaap te verleiden. Een man die hen bespiedt, zoekt toenadering. Olga durft niet te weigeren en nodigt hem uit voor een boottochtje dat fataal voor hem afloopt. Olga wordt beschuldigd van moord.