Juni 1940: de Slag om Frankrijk is begonnen en Parijs staat op punt van vallen. De spion Jan heeft opdracht gekregen zich te ontfermen over Albert, een belangrijk persoon die niet in handen van de Duitsers mag vallen. Tevens moet Jan erop toezien dat Albert zijn jonge vrouw Marie en hun dochtertje Lize niet in de steek laat. Tegen de achtergrond van het ineenstortende Frankrijk trekken Jan, Albert en zijn gezin in een chaotische vluchtelingenstroom richting het zuiden. Als de spanningen tussen Albert en Marie oplopen, komt Jans missie steeds meer onder druk te staan. Hij wil niet verzaken, maar kan hij zijn missie nog wel vervullen? En wat is de zin van alles, van vrede en vrijheid?
MILAN KUNDERA en GRAHAM GREENE kunnen gerekend worden tot de bewonderaars van het werk van de Joods-Tsjechische schrijver EGON HOSTOVSKY [1908-1973]. Terecht, want Hostovský is ongetwijfeld een van de belangrijkste Midden-Europese schrijvers van de twintigste eeuw. Reeds in de jaren dertig maakte hij naam met zijn boeken en werd hij onderscheiden met de Tsjechoslowaakse Staatprijs voor Literatuur.
Na de communistische putsch van 1948 emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar vele van zijn boeken in Engelse vertaling bij gerenommeerde uitgevers verschenen. Helaas is hij na zijn dood langzamerhand in de vergetelheid geraakt. Hostovsky's werk raakt aan dat van Kafka en Greene, toch heeft hij toch een heel eigen geluid. Een geluid dat nu ook in het Nederlands kan worden gehoord.