De loopgravenoorlog aan het Vlaamse front zit compleet vast. Pogingen van het Duitse en Britse leger om vooruit te komen leveren nog slechts enkele meters winst op, maar kosten telkens honderden slachtoffers. Omdat de luchtmacht nog niet veel voorstelt, wordt naar andere middelen gezocht om de vijandelijke linies te doorbreken. Zowel de Duitsers als de Engelsen kiezen ervoor de oorlog ondergronds verder te voeren. Het Engelse leger rekruteert daarvoor mijnwerkers. Eén van hen is William Bedson uit Rotherham. Hij maakt deel uit van de 250ste tunnelling company die een tunnel graaft tot onder de Duitse stellingen in Petit Bois. Het noodlot slaat toe wanneer die tunnel, die inmiddels enkele honderden meters lang is, instort en de mollen als ratten in de val zitten.
Wouter Polspoel en Herman Van Campenhout wonen allebei in Mechelen. In 2018 leren ze elkaar bij toeval kennen. Wouter droomt er al lang van een historische roman te schrijven en kan Herman, auteur van op dat moment al 39 jeugdboeken, overtuigen samen een boek te schrijven over de jodentransporten van Mechelen naar Auschwitz. Een jaar later ligt Youra en het XXste konvooi in de winkelrekken. Met De mollen van Petit Bois zijn ze toe aan hun tweede boek.
En voor de nieuwsgierigen onder jullie: Herman (76) komt uit Meise, is al vijftig jaar getrouwd met Lut, papa van twee jongens en opa van vijf kleinkinderen tussen 14 en 24 jaar. Wouter (32) komt uit Vilvoorde en werkt bij Redactiebureau Palindroom/architectura.be.
Het Mechelse schrijversduo is nog niet uitgeschreven. Hun volgende boek, Muurziek, wordt verwacht in het najaar van 2020 en vertelt het verhaal van een Oost-Berlijns gezin dat naar het Westen wil ontsnappen.