*
Met een inleiding van Bart Vonck
*
Sterke poëzie, die gedreven wordt door een opmerkelijke gevoeligheid en een grote zuiverheid van expressie
Op 28 oktober 1999 overleed in zijn woning in Andalusië op 96-jarige leeftijd de Spaanse dichter en schilder Rafael Alberti, de langstlevende mythe van de gouden generatie van 1927, die kunstenaars voortbracht als Federico García Lorca, Luis Buñuel en Salvador Dali. Alberti, wiens werk onder meer bekroond werd met de Cervantes-prijs, de Spaanse staatsprijs voor letterkunde, verbleef bijna veertig jaar in ballingschap. In het Spanje van na de dood van Franco werd hij gaandeweg beschouwd als een soort van nationale held. Zo ging koning Juan Carlos op bezoek bij de overtuigde republikein die Alberti was, en zocht ook de rechtse premier Aznar geregeld deze dichter op, die tot op het einde van zijn leven een verstokte communist bleef.
Alberti, de 'dichter van de straat', bleef een aanhanger van het surrealisme, al had hij weinig op met getheoretiseer. Hij publiceerde meer dan veertig dichtbundels, schreef vijftien toneelstukken en vertaalde verscheidene buitenlandse auteurs. Uit het omvangrijke oeuvre van Alberti kozen Koen Stassijns en Ivo van Strijtem nu de allermooiste verzen bijeen.