De verteller, die zich tooit met de codenaam QX-Q-8, onthult hoe hij na de dood van Tibbolt 'Movo' Satink diens vol gesproken cassettebandjes weet op te sporen. Wekenlang beluistert hij ze, en zo ontrolt zich Movo's levensloop, die ooit door QX-Q-8 zelf ingrijpend en onherstelbaar werd gemanipuleerd.
Regelmatig onderbreekt QX-Q-8 het beluisteren van de tapes om een Rotterdamse geschiedenis uit het jaar van Movo's geboorte op te rakelen. Daarin speelt hijzelf een rol als pornofotograaf.
De twee verhaallijnen slingeren zich om elkaar heen, zoeken elkaar als het ware, en 'vinden' elkaar tenslotte in het telefoongesprek dat de hooliganveldslag bekrachtigt, te ondernemen bij knooppunt Hellegatsplein.