Fabbrico, een stadje in het noorden van Italië. Het is er saai, de huizen zijn omringd door eentonige, uitgestrekte velden, en er gebeurt nagenoeg nooit wat. Het is de woonplaats van Ettore en Pietro, vader en zoon. De twee zitten elkaar continu dwars, maar durven de confrontatie niet aan. Ettore’s vrouw, de moeder van Pietro, vertrok toen haar zoon nog maar een baby was. Ze heeft nooit meer iets van zich laten horen. Toch is de invloed van deze vrouw onuitwisbaar. Ze staat aan de basis van de verbitterde relatie die Pietro heeft met zijn vader en zijn familie. Een band die hij niet kan verbreken, ook niet wanneer hij zijn gaat verhuizen, weg van Fabricco.
De naam van de moeder is een bitterzoete roman waarin een vader en zoon worstelen met een gedeeld verlies. In de stiltes en de kleinste gebaren van hun relatie zit al hun verdriet verscholen. Ettore en Pietro zijn ver van elkaar verwijderd, maar zonder dat ze het willen zijn ze voor altijd verbonden in hun eenzaamheid.