Niemand heeft deze excentrieke wetenschapper tijdens zijn jaren in de DDR beter gekend dan de jonge Hermann Funk, de verteller van de roman. De traumatische nacht van het bombardement op Dresden maakt van Hermann een weeskind en bepaalt zijn verdere leven. De vogels die in februari 1945 brandend uit de hemel vallen, laten hem niet meer los. Hij wordt ornitholoog en gaat bij Kaltenburg, zijn tweede vader, studeren en werken.
Hermann Funk wordt de stille observator van de beroemde wetenschapper die aan de vooravond van zijn dood op de terugkeer van zijn geliefde kauwtjes wacht. Funk vertelt over de triomfen en de teleurstellingen van Kaltenburg, en hij onthult in een meesterlijke scène hoe Kaltenburg aan het eind van zijn leven zijn manuscripten bladzijde voor bladzijde versnippert als nestmateriaal voor de dieren om hem heen.
De nacht dat het dode kraaien regende is een ongelooflijk indringend portret van een charismatische man, die 'het eenzame leven van een roofvogel' leidt en daarvoor zijn redenen heeft.