De Engelse Helena Trant verblijft tijdelijk bij familie in het Zwarte Woud. Ze geniet van de nieuwe omgeving; van de bevolking, de nevels tussen de bomen, de geheimzinnige kastelen, de legendarische liefdesverhalen die er de ronde doen... totdat zij zelf in de liefde verstrikt raakt.
Tijdens een uitstapje in de bossen verdwaalt Helena en ontmoet ze een jonge, charmante ruiter, die haar achter op zijn paard meeneemt naar een jachthuis. Zij hebben een heerlijke avond. De volgende morgen is hij echter vertrokken.
Later zullen Helena en de onbekende ruiter, die Maximiliaan, graaf van Rochenstein blijkt te heten, elkaar onder mysterieuze omstandigheden opnieuw ontmoeten en in de 'nacht van de zevende maan' ontdekken hoeveel zij van elkaar houden.
Helena is in de zevende hemel, totdat Maximiliaan plotseling is verdwenen. Dan breekt voor de jonge vrouw een tijd vol verschrikking aan...