Roman waarin de 18e juli 1936 (San Camilo), de dag waarop de Spaanse burgeroorlog uitbrak, en Madrid centraal staan. Een bonte stoet van hoerenlopers, militairen, travestieten, politici, straatventers tot dienstmaagden en hun voornamelijk seksueel gerichte activiteiten verschaft ons een kaleidoscopische kijk op de daar heersende chaotische toestanden. C.J. Cela (1916) heeft sinds zijn debuut 'La familia de Pascual Duarte' (1942) een eigenzinnige plaats ingenomen binnen de Spaanse letteren. 'De nacht van San Camilo' was zijn achtste roman. In '89 kreeg hij de Nobelprijs voor de literatuur. Een experimentele (structurele) roman met een flinterdunne verhaallijn, met de taal als samensmeltend element. Voor de huidige lezer doet dit experiment nogal gedateerd aan, waarbij als extra handicap geldt dat - de goede vertaling ten spijt - Cela's taal toch minder boeit. Op omslag Spaans landschap met in goud-wit de titelgegevens.