een comfortabel en avontuurlijk leven. Op het Molukse eiland
Ceram joeg hij overdag in de jungle met zijn vader op wilde dieren en ‘s
avonds woonde hij de tjakale, krijgsdansen van de oerwoudbewoners de Alifuren bij.
Op jonge leeftijd kwam hij achter het geheim van de verdwijning van zijn Indische
moeder en de mysterieuze dood van zijn onbekende Hollandse opa. Langzaam maar
zeker werd Ronald onontkoombaar met de verschrikkingen van de Tweede Oorlog
geconfronteerd. Als matroos vocht hij in de Pacific tegen de Japanse marine. Zijn
vader werkte als krijgsgevangene jarenlang aan de dodenspoorweg in Birma. Andere
familieleden belandden in een Japanse interneringskamp op Java of verdwenen van
de aardboden. Na de Japanse capitulatie vocht hij tegen de Indonesische guerrillastrijders.
In Batavia werd hij verliefd op het door de oorlog getraumatiseerde Joodse
meisje Hannah.
Na de onafhankelijkheid van Indonesië vertrok Ronald met zijn echtgenote naar Nederland.
Ronald’s echtgenote Hannah en zijn vriend en wapenbroeder Hans namen
een verschrikkelijk besluit dat voorgoed het leven van Ronald zou beïnvloeden. Hij
werd daarna verliefd op de voormalige verzetsleidster Mieke. Op oudere leeftijd nam
hij afscheid van de zilverreiger