Die avond sprak hij over de pil van Drion. ‘Jazeker,’ zei hij, ‘ja, dat vind ik een oplossing. Voor als het niet meer gaat.’
‘Hè ja,’ zei mijn moeder. ‘Lekker. En ik dan?’
Mijn vader haalde zijn schouders op. Ze waren even stil. Klagend schuurde de bries rondom het huis.
‘Tja,’ zei mijn moeder. ‘Misschien zou ik die pil ook moeten hebben.’
Mijn vader reageerde met een kort, haast jongensachtig lachje. ‘Als jij hem neemt,’ zei hij, ‘dan hoef ik hem niet meer.’
Haak en Juan Ellerts de Wit wonen in een afgelegen huis in Friesland. Hun zoon beschrijft, met verve en compassie, de laatste jaren van hun huwelijk: een emotionele periode van confrontaties, herinneringen en afscheid. De nadagen is een monument van de verloren tijd; een ontroerende, bevlogen en geestige vertelling over het onvermogen van mensen om elkaar te bereiken.